Notitie persoon:
6-1-1651
Anthonis Gerritsz PEECK en Gerrit Adriaensz PATER schepenen alhier, verkl dat compareren Alphert Aertsz VAN HELSDINGEN, Jacob Aertsz VAN HELSDINGEN, getr. met N.N. (wettig geboorte), Melis Coenen TUCKER, getr. met N.N. (wettig geboorte), Metgen Claesd UITTEWEAEL, getr. met za Adriaen Aertsz VAN HELSDINGEN, voor hun zelf en voor Neeltgen Claesd UITTEWAEL, tesamen erfgenamen voor 5/6e van Claes Jansz, gewezen
secretaris alhier, tr aan Jan Cornelisz SCHEP, getr. met Hillichgen Claesd UITTEWAEL won alhier, 5/6e van huis en hofstede en boomgaard groot ca 2h, gelegen binnen de Veste van Hagestein, bov Huibert Goosensz en ben Peter Otten, strekk v/d Heerenweg tot het land genaamd ‘de Poort’, waarvan koper de rest bezit.

15-6-1664
Adriaen Willemsz DE VORRE, getr. met Neeltgen Claesz UITTEWAEL, verkl schuldig te zijn a/d possesseur v/d Vicarie van Martini en Andree gefundeerd i/d kerk v/d Dom te Utrecht, tegenwoordig bezeten door Gerrit WEOOLBOKER te Utrecht, 1.300 cg ontvangen van heer Peter ROSA als groot cameraar des Capittels, en stelt als pand een huis, hofstede met boomgaard binnen de Veste van Hagestein, bov de Heren van Hagestein en ben de pastorie alhier, strekk v/s Herenweg t/h land genaamd ‘de Poort’.

28-04-1670
Thonis Cornelis Dunnen, schepen, en Peter Peters van Pelt oud schepen getuigen op verzoek van Peter Peters van Meurs en Neeltje Claes echtelieden dat zij in de winter van 1669 op een gewone rechtsdag in hun huis zijn geweest, waarbij Neeltje aan Huijbert NN, knecht van de overleden drossaard Schouten vroeg of zij en haar overleden man Adriaen Willems ontslagen waren van de borgtocht gesteld voor Jan Wouters in verband met het gebruik van landerijen van de kerk van Hagestein. Daarop heeft de knecht bevestigend geantwoord.

20-07-1671
Melis Coenen Tucker, molenmeester, getuigt op verzoek van Peter Peters van Meurs, getrouwd met Neeltje Claes, tevoren weduwe van Adriaan Willems de Vorre, gehoord te hebben dat Petrus Schout zaliger, drossaard, zonder de juiste dag te weten in het huis van Peter van Meurs is geweest, staande voor de glazen van de voorbinnenkeuken van het huis, in het voorhuis, Neeltje Claes, toen nog weduwe van Adriaan Willems, mondeling ontsloeg van de borgtochten die Adriaan Willems de
Vorre had voor de jaarlijkse huurpenningen en ongelden van landerijen, die Jan Wouters volgens de huurcedulle van de kerk in huur had. Schepenen Johan Breda en Thonis Cornelis Dunnen.

08-03-1672
Staat en inventaris van de boedel en goederen, roerende en onroerende goederen, inkomende en uitgaande schulden van Adriaan Willems de Vorre zaliger (herbergier, in 1666 overleden aan de pest) en Neeltje Claes (Wtteweael), gewezen echtelieden. Zij is boedelhoudster van haar eerste man (ze hertrouwde met Peter van -Meurs); hij had geen kinderen.
Hier volgt een taxatie....

11-04-1678
Hendrick van Westrenen, domheer te Utrecht, verklaart op verzoek van Peter van Meurs en Neeltie Claes, echtelieden wonende in Hagestein, dat hij in 1667 of 1668 zonder het precieze jaar of dag te kunnen achterhalen ten huize van de verzoekers de drossaard van Hagestein Pieter Schout zaliger aantrof terwijl ze in gesprek waren over de borgtocht van Adriaen Willems de Vor zaliger, de eerste man van Neeltie Claes voor Jan Wouters voor het pachten van land behorend aan de kerk van Hagestein en ook daar gelegen. De drossaard Schout zei toen Van Westrenen “ik heb Adriaen Willems van de borgtocht ontslagen en het koren van Jan Wouters daarvoor in beslag genomen. Gerrit Pater en Nicolaes Tucker schepenen.