Notitie persoon:
De tweede man van Trijntie, Joost van Starkenburg, is meesterscheepstimmerman van de scheepswerf aan de Achterdijk bij de kerkbrug.
Zijn grafsteen (J.V. Starkenburg en) ligt in de kerk.

Beroep: meersterscheepstimmerman
Afkomstig: van Kalslagen; zijn vader is Jan Joosten
Trouwt 1: 15 april 1742: Jannetje Willems Kok, afkomstig van Ouderkerk, weduwe van Cornelis Japikse Breur; zij krijgen twee kinderen
Trouwt 2: 23 januari 1748: Claesien Cornelisse Luijer, weduwe van Marten de Ruijter, afkomstig van Amsterdam
Trouwt 3: 17 september 1767: Trijntie Klaase Kleijn, weduwe van Pieter Aarsen Hanning; haar gebroken zerk ligt buiten, voor de ingang van de kerk, begraven 28 juni 1773
Begraven: 30 mei 1786
Zerk: J. V. Starkenburg en (128 volgens begraafboek)
Joost en zijn bruid Jannetje zijn beiden Rooms, en gaan in de polder Klein Duivendrecht wonen. Jannetje overlijdt in augustus 1747. Haar eerste man, Cornelis Jacobs Breur, is eigenaar van de reeds in 1666 genoemde scheepswerf bij de Kerkbrug in Ouderkerk.
Joost erft van zijn vrouw ¼ van de werf. De minderjarige kinderen Marretie en Diewertie Cornelis Breur verkopen na het overlijden van hun moeder in 1748 de helft van de scheepstimmerwerf met huis en loodsen bij de Kerkbrug in Ouderkerk aan hun stiefvader Joost Jans voor f. 750,-
In 1783 verkoopt dochter Trijntje Joosten van Starkenburg haar ¼ deel in de werf aan haar vader, die daarmee de hele werf in zijn bezit krijgt. Op dezelfde datum verkoopt Joost de scheepswerf met het huis, loodsen, gereedschappen, enz. aan Cornelis Bleekendaal.
Bij het overlijden van Joost in 1786 laat hij minderjarige kinderen na.
Joost is vanaf 1764 tot 1768 drie jaar Armmeester; in 1769 Schepen