Wilbrink Johannes
1865 - 1931

(man) leeftijd: 65 jaar 8 maanden 8 dagen

Johannes Wilbrink Eerste Steenlegging van het meisjespaviljoen De Glind in 1913 Johannes Wilbrink en Annalida Jacoba Ploeg eerste steenlegging Jan Pieter Adholf Stichting 3 februari 1915 Het Hoogeland Beekbergen 1947 Het Hoogeland Beekbergen Villa Renée te Hattem Oprichting vereniging Grondmaatschappij

Johannes Wilbrink Eerste Steenlegging van het meisjespaviljoen De Glind in 1913

Johannes Wilbrink en Annalida Jacoba Ploeg eerste steenlegging Jan Pieter Adholf Stichting 3 februari 1915

Het Hoogeland Beekbergen 1947

Het Hoogeland Beekbergen

Villa Renée te Hattem

Oprichting vereniging Grondmaatschappij

Geboren: * op 28-09-1865 te Beekbergen
Bron geboortegegevens: Genlias

Overleden: op 06-06-1931 te Malang (Indonesië)
Notitie overlijden: Overledene: Johannes Wilbrink overl.: 6-6-1931
Geboren in: Beekbergen Plaats overl.: Blimbing, Malang
Leeftijd: 65
Plaats aangifte: Malang Jaar aangifte: 1931
Aktenummer: 32 Filmnummer: 1357951

Vader:
Willem Wilbrink
* op 20-06-1832 te Beekbergen
† op 06-07-1907 te Beekbergen [] te Beekbergen
X op 23-05-1857 te Apeldoorn Moeder:
Maria Wilbrink
* op 30-04-1835 te Beekbergen
† op 26-06-1913 te Beekbergen [] te Beekbergen

Broers en zussen: 9
Gerrit Jan Reinder Wilbrink
    * op 14-10-1857  te Beekbergen op 16-10-1857 te Beekbergenbroer(2 dg) 
Willem Wilbrink
.....X op 28-07-1906 te Apeldoorn  Aaltjen van Engeland
    * op 09-06-1859  te Beekbergen op 25-10-1951 [] te Beekbergenbroer(92 j) 
Grietje Wilbrink
.....X op 15-12-1891 te Apeldoorn  Gerrit Jan Palm
    * op 05-04-1861  te Beekbergen op 22-04-1917 te Apeldoornzus(56 j) 
Gerrit Jan Reinder Wilbrink
.....X op 25-08-1900 te Apeldoorn  Jantje Dolman
    * op 04-01-1863  te Beekbergen op 24-10-1942 te Apeldoornbroer(79 j) 
Antonie Wilbrink
    * op 31-10-1868  te Beekbergen op 01-12-1872 te Beekbergenbroer(4 j) 
Aaltje Wilbrink
.....X op 05-05-1900 te Apeldoorn  Coenraad Hulleman
    * op 27-05-1871  te Beekbergen op 16-01-1954 te Arnhemzus(82 j) 
Antonia Wilbrink
.....X op 08-05-1907 te Apeldoorn  Jan Miedema
    * op 30-01-1874  te Apeldoorn op 04-02-1950 te Apeldoornzus(76 j) 
Johanna Everdina Wilbrink
.....X op 11-04-1912 te Apeldoorn  Anne Elisa ten Bokkel Huinink
    * op 14-10-1875  te Beekbergen op 18-03-1953 te Apeldoornzus(77 j) 
Maria Wilbrink
    * op 02-02-1880  te Beekbergen op 02-02-1884 te Beekbergenzus(4 j) 

Aantal partners: 1

Huwelijk met Annalida Jacoba Ploeg * op 11-11-1865 te Beekbergen op 27-04-1928 te Baarn [] op 01-05-1928 te Baarn Nieuwe algemene begraafplaats Wijkamplaan (62 j)
 
Burgerlijk huwelijk op 14-03-1895 te Apeldoorn bron: Genlias
Kinderen: 5
Mariana Berendina Wilbrink
.....X in 1922 te Malang (Indonesië)  Adriaan Barend Houtsmuller
* op 02-01-1896 te Beekbergen op 14-12-1982 te Apeldoorn [] op 18-12-1982 te Brummen Algemene Begraafplaatsdochter(86 j) 
Geertruida Wilhelmina Wilbrink
.....X op 14-07-1930 te Soest  Abraham Brinkman
* op 18-02-1898 te Beekbergen op 15-12-1980 te Amsterdam [] te Kampendochter(82 j) 
Wim Wilbrink
* in 1900   Doodgeboren zoon 
Annalida Johanna Wilbrink
..... X te Indonesië  August Jacques François de Boer
* op 26-09-1902 te Beekbergen op 19-04-1998 te Bloemendaal dochter(95 j) 
Willem Gerrit Jan Wilbrink
.....X op 25-11-1930 te Malang (Indonesië)   Jonkvrouw,Emilie Martha Teding van Berkhout
* op 23-05-1904 te Apeldoorn op 09-05-1945 te Bandung (Indonesië) gevangenis Soekamiskin [] te Bandung (Indonesië) Nederlands ereveld Panduzoon(40 j) 

Vader van Annalida Jacoba Ploeg:
Gerrit Jan Ploeg
* op 02-12-1834 te Beekbergen
† op 21-02-1915 te Oosterhuizen [] te Beekbergen
X op 05-11-1864 te Apeldoorn Moeder van Annalida Jacoba Ploeg:
Berendiena Janssen
* op 18-07-1840 te Beekbergen
† op 14-04-1917 te Apeldoorn [] te Beekbergen

Notitie persoon:
Na het overlijden van zijn vrouw met zijn zoon meegegaan naar Indonesië en aldaar overleden.

“Hij (Johannes Wilbrink) imponeert nòch door zijn grootte nòch door zijn arendsblik, gelijk wijlen ds. Van Dijk, in wien ge terstond de heerscher zaagt en van wien ge dadelijk den indruk kreegt: ‘pas op dat je het met hem niet aan den stok krijgt!’ Wilbrink is niet groot, gaat een beetje voorover gebogen, heeft geen forsche, commandeerende stem – doch laat hem maar loopen! Ge zijt geen kwartier met hem op pad, of gij voelt ‘die man doorziet alles en allen’. Hij schijnt oogen voren en van achteren te hebben. Hij ziet een kolonist onmiddellijk als hij op een verboden plekje lummelt of babbelt, en met rustige, zelfbewuste kracht regeert hij zijn beide koninkrijkjes – eigenlijk dat iemand het merkt of weet, en toch weten ze het allen daar opperbest wien ze te volgen en te gehoorzamen hebben.”
[bron: Het Hoogeland – Kolonie voor bedelaars en landloopers]

Ontstaan van "Het Hoogeland", Vereniging "Het Hoogeland"
Christelijke Vereniging tot stichting en instandhouding van Arbeidskoloniën. Goedgekeurd bij koninklijk besluit van 2 december 1892, No 22
Aangesloten bij de Centrale Bond van Inwendige Zending en Christelijke Philanthropische inrichtingen in Nederland.
Beschermvrouwe: H.M. de Koningin.

In dezen tijd, waarin zooveel ons is ontvallen of dreigt te ontvallen, stellen wij des te meer prijs op wat ons uit het verleden is gebleven. En nu wij het 55-jarig bestaan van onze vereeniging “Het Hoogeland” mogen gedenken, heeft het waarde om na te gaan, hoe de wordingsgeschiedenis van dit stuk Christelijk sociaal werk is. Hieruit blijkt, hoe dit werk gegroeid is en van beeld veranderd met de sociale nooden,inzichten en mogelijkheden der opeenvolgende jaren.
Het was in den zomer van 1891, dat op de Weesinriching te Neerbosch op uitnoodiging van den toenmaligen directeur aldaar, den heer J. van ’t Lindhout, een conferentie werd gehouden ter bespreking van godsdienstige en maatschappelijke onderwerpen.
Hier waren met den gastheer o.a. aanwezig dr W. v.d. Bergh, den voeggestorven predikant van Schaarsbergen, dr Van Stave­ren uit Rotterdam, de heeren L. W. graaf van Limburg Stirum uit Arnhem en zijn zoon mr J. P. A. graaf van Limburg Stirum uit Oosterbeek en L. gravin van Limburg Stirum uit Arnhem. Ik noem alleen deze namen als zoo heel nauw verbonden aan de stichting en de geschiedenis van “Het Hoogeland”.
In dit samenzijn kwam o.a. de vraag ter sprake, ter tafel ge­bracht door beide eerstgenoemden, “wat er gedaan kon worden voor bedelaars, zwervers en idioten”. Als vrucht van deze bespreking vormde zich een comité ten aanzien van het werk voor bedelaars en landloopers. De idiotenverzorging vond haar beslag in de Stichting van ’t Heerenloo bij Ermelo.
In dit comité ten behoeve van landloopers en bedelaars namen o.a. zitting de heer J. van ’t Lindenhout, de heeren graaf Van Limburg Stirum, de vader en zoon, de heer H.J. Koper uit Hees, mr dr W. van den Bergh, Herv. Predikant te Schaarsber­gen, dr L. Wagenaar, Geref. Pred. Te Arnhem, de heer Esser uit Beekbergen en de heer H. A. J. leembruggen uit Zwolle.
Mr J.P.A. graaf van Limburg Stirum, die zijn hart reeds aan het sociale werk had verpand, in het organiseren van een werkverschaffing in de oude “infirmerie”te Arnhem tijdens den strengen winter van 1890-’91, de heer Koper, zoo nauw verbonden aan den philantropischen arbeid op Neerbosch, werden de voortrekkers in dit comité. Zij brachten een bezoek aan de inrichtingen van Bodelschwing te Bielefeldter oriënteering in dezen arbeid en zagen uit nar een geschikt terrein voor de te bouwen stichting. Tijdens deze voorbereidende werkzaamhe­den blies dr Wagenaar de bazuin in de pers.
Het plan zat nu in de lucht. Er zou een stichting komen voor landloopers en zwervers! Men liet zich niet weerhouden door dwaze vagen, “of men die heeren bedelaars nu ook al moest gaan verplegen en of dit geen ziekelijke openbaring van sentimenteele philantropie was”. Met blijden moed werd de zaak aangepakt.
De aandacht viel op de hoeve “Het Hoogeland” te Beekbergen, die weldra door de twee straks genoemde comitéleden voor de vereeniging, die inmiddels de Koninklijke goedkeuring had verkregen, werd aangekocht.
De oprichtingsdatum is 2 december 1892. De naam van de vereeniging luidde aanvankelijk: “Het Hoogeland”, vereeniging tot Christelijke verpleging van bedelaars en landloopers”, later werd die gewijzigd in “Christelijke vereeniging tot stichting en instandhouding van Arbeidskolonies”.
Toen de plannen een vasten vorm hadden gekregen, verrees in het aan natuurschoon zoo rijke Beekbergen met zijn zoo goedgezinde bewoners de stichting “Het Hoogeland”. De heer J. Wilbrink, schrijver op het kantoor van den notaris te Beekber­gen, waar de acte van aankoop werd gepasseerd, werd bereid gevonden als directeur de leiding der Stichting op zich te nemen. In deze opdracht zag de heer W. een vervulling vaneen reeds lang gekoesterden wensch om zijn gaven en krachten te mogen wijden aan de schipbreukelingen in de maatschappe­lijke samenleving,die bovendien meestal met allen Godsdienst gebroken hebben.
Den 17-den October 1894 werd de Stichting geopend en sinds dien dag hebben vele zwervers en andere personen daar een toevlucht gevonden, weer vasten grond onder de voeten gekregen en bovenal Christus als Heiland leeren kennen, die toch gekomen is om te zoeken en zalig te maken, wat verloren is. In den eersten jaargang van het blaadje, dat de vereeniging onder den naam “Het Hoogeland” uitgaf, schreef dr L. h. Wagenaar o.a.:
“De hoeve bergt – behalve het gezin van den directeur, 10 koeien, 1 paard en een aantal biggen en kippen – zeven en veertig landloopers. ’t Is er dan ook even practisch ingericht als een bijenkorf en ge aanschouwt hier het wonder, dat bedelaars als echte werkbijen, ’t zij uitvliegen, ’t zij in de korf zelf bezig zijn.”
[bron: het gedenkboek ter gelegenheid van het 55 jarig jubileum van de vereniging Het Hoogeland 1892 (2dec) 1947]

-------

De “Vereeniging “Het Hoogeland”, de Christelijke Vereeniging tot stichting en instandhouding van Arbeidskoloniën”, opgericht in het jaar 1892. Deze vereniging was aangesloten bij de “Centrale Bond van Inwendige Zending en Christelijke Philanthropische inrichtingen in Nederland.” Beschermvrouwe van de vereniging was Hare Majesteit Koningin Wilhelmina.
Het was in de zomer van 1891 dat een conferentie werd gehouden ter bespreking van godsdienstige en maatschappelijke onderwerpen. In deze bijeenkomst kwam met name de vraag ter sprake “wat er gedaan kon worden voor bedelaars, zwervers en idioten”. Als resultaat van dit overleg werd een comité gevormd, dat zich richtte op het werk voor bedelaars en landloopers. Er moest een stichting komen voor “landloopers en zwervers!”. Men liet zich daarbij indertijd niet weerhouden door dwaze vagen “of men die heeren bedelaars nu ook al moest gaan verplegen en of dit geen ziekelijke openbaring van sentimenteele philantropie was”.
Met “blijden moed” werd de zaak aangepakt. De oprichtingsdatum werd 2 december 1892. De naam van de vereniging luidde aanvankelijk: ““Het Hoogeland”, vereeniging tot Christelijke verpleging van bedelaars en landloopers”. Die naam werd later veranderd in “Christelijke vereeniging tot stichting en instandhouding van Arbeidskolonies”.
Het oog viel op de hoeve “Het Hoogeland” in Beekbergen. Hier in Het Hoogeland hebben veel zwervers en anderen een toevlucht gevonden, waar ze weer “vasten grond onder de voeten” kregen en “bovenal Christus als Heiland leeren kennen, die toch gekomen is om te zoeken en zalig te maken, wat verloren is; een vervulling van een reeds lang gekoesterden wensch om zijn gaven en krachten te mogen wijden aan de schipbreukelingen in de maatschappelijke samenleving, die bovendien meestal met allen Godsdienst gebroken hebben".
“De hoeve bergt – behalve het gezin van den directeur, 10 koeien, 1 paard en een aantal biggen en kippen – zeven en veertig landloopers. ’t Is er dan ook even practisch ingericht als een bijenkorf en ge aanschouwt hier het wonder, dat bedelaars als echte werkbijen, ’t zij uitvliegen, ’t zij in de korf zelf bezig zijn.”
Zo werd de vereniging "Het Hoogeland" een ware “Christelijke Vereeniging tot Stichting en Instandhouding van Arbeidskoloniën”, die kolonies exploiteert waar uitsluitend mannen tewerkgesteld werden, die bejaard waren, die met justitie in aanraking waren geweest, die een drankprobleem hadden, die als zwerver of als bedelaar of anderszins "maatschappelijk ongeschikt" werden bevonden.
In deze arbeidskolonies vond je in 1893 vooral bedelaars, landlopers en ontheemde oud-kolonialen. Een bed en verzorging waren al heel wat en voor de rest was het werken geblazen, want het doel was de instandhouding van de arbeiderskolonie en het was dus voor de tijdelijke bewoners zeker geen vakantiekolonie.
[bron: wiepkoehoorn.blogspot.com/2011_02_01_archive.html]

--------

Er waren conflicten rond de eerste directeur van Het Hoogeland, J. Wilbrink (1894-1912): Er was veel kritiek op de man die ’oneerlijk, onbetrouwbaar en leugenachtig’ zou zijn. Hij was in menig conflict verwikkeld. Beekbergens hervormde predikant ds. Blaauw verweet Wilbrink dat hij de christelijke leer niet onder de niet-gelovige bewoners verspreidde. Wilbrink zou de biecht van één van de verpleegden bij de pastor hebben afgeluisterd; hij zou geld bestemd voor de christelijke school van Beekbergen niet hebben afgedragen.
De familie Van Limburg Stirum die aan de wieg van het ’landlopersgesticht’ stond - de weg waaraan Het Hoogeland ligt is naar hen vernoemd - wordt in de mythevorming ruimhartigheid nagedragen. Maar volgens geschiedschrijver Sulman (66) liet de zoon die op 35-jarige leeftijd stierf, geen cent aan de stichting na; zijn vader slechts duizend gulden.
Gedreven door bittere armoede werden velen in de negentiende eeuw in ons land tot landloperij gedwongen. Boeren en burgers werden bestolen, boerderijen in brand gestoken. Adel, gegoede burgerij en geestelijkheid sloegen de handen ineen om de zwervers van de straat te halen en in gestichten onder te brengen. Daar moesten ze werken en werden zij - als het even kon - tot het christendom bekeerd. Iedereen naar de strafkolonie Veenhuizen brengen was geen optie. Daar zouden de landlopers maar met criminelen in aanraking komen en nog verder afglijden. De voorziening die Beekbergen kreeg zou aanvankelijk in Ermelo worden gevestigd. Maar de bestaande instellingen daar - Veldwijk en ’s Heeren Loo - werkten niet mee. In Beekbergen werd grond van enkele boeren aangekocht. Alles bij elkaar achttien hectare voor het bedrag van 7.225 gulden
[bron boek ’Het Hoogeland, Kolonie voor bedelaars en landloopers’ door dr. Ad Sulman]

------

De Ganzenebbe in Vaassen is een boerderij die functioneerde als een werkinrichting voor landlopers, die daar waarschijnlijk aan het boerenwerk werden gezet. De boerderij lag ongeveer op dezelfde plek als de huidige afslag Vaassen van de A50. De Vereeniging tot Christelijke verzorging van bedelaars en landopers begon in voorjaar 1905 met de boerderij (met J. Wilbrink als directeur).

------

’Schoonderbeek’ ligt in De Glind, een klein plaatsje in de Gelderse Vallei, tussen Amersfoort en Barneveld. Toen men in het begin van de 19e eeuw, onder invloed van de Fransen, overging tot het aannemen van achternamen, vinden we de achternaam ’Schoonderbeek’ bij de nazaten van Jacob Hendrixen terug. Voor die tijd bestond er een kasteel Schoonderbeek dat in 1521 werd verwoest. De voorouders van de boerderij hadden werk als boerenarbeiders op het landgoed ’Schoonderbeek’ te werken en verkregen op die manier ook de achternaam ’Schoonderbeek’.

Stichting Jan Pieter Adholf
Baron J.P.A. van Limburg Stierum interesseerde zich in het begin van de vorige eeuw voor maatschappelijk-sociaal werk. Hij was de oprichter en belangrijkste geldschieter van de protestantse Stichting Jan Pieter Adholf. In 1912 kocht de stichting het landgoed ’Schoonderbeek’ waar toen twee oude boerderijen stonden. Het landgoed was 93 hectare groot. De stichting had tot doel opvang te bieden voor dak- en thuislozen, alcoholverslaafden en mensen die hun gevangenisstraf uitgezeten hadden. In ruil voor kost en inwoning werd er op de boerderij gewerkt (koeien en paarden). De stichting heeft op het landgoed drie nieuwe gebouwen neergezet en stelde als eerste directeur J. Wilbrink aan in 1915, In 1917 werd deze opgevolgd door E. van den Brink, die de landerijen in goede staat gebracht heeft. In 1930 werd J. van den Brink aangesteld als laatste directeur van de stichting.

De gebouwen
De gebouwen van de Jan Pieter Adholf Stichting liggen allemaal aan de Schoonderbekerweg. De oude boerderij aan de overkant van de weg kwam wat los te staan van de Stichting. Dit pand stond ook wel bekend als oud onderkomen van de huurofficier Jan van Schaffelaar in 1400. Dan heb je het Hoofdgebouw van de Stichting. Vanuit ons voorhuis kijken we daarop uit. In het Hoofdgebouw was de slaapzaal, gezelschapsruimte en koeienstal. Tussen het hoofdgebouw en onze boerderij was de woning voor de directeur: groot, hoog en voornaam. Vanuit dit huis heb je uitzicht op de beide richtingen van de weg. Ons huis was vroeger de veldschuur met opslag van hooi en stro voor de paarden en koeien.

Faillissement
De Stichting verkeerde in grote armoede en besloot in 1931 te verkopen en wel op 19 mei. Een dag later was er plotseling veel geld beschikbaar voor de Stichting, maar toen was de verkoop reeds gebeurd en niet meer terug te draaien. Een bizarre geschiedenis: een dag eerder en de Stichting zou gered zijn. Het landgoed en vier gebouwen werd verkocht voor fl. 134.900,-. De oude boerderij werd verkocht aan de familie Hilhorst. Het Hoofdgebouw aan de familie Boersen en de directeurswoning en boerderij aan de familie Kohlmann. Er werden kleinere stukken grond verkocht waar nu de kleinere boerderijen op staan.

Boerderij Schoonderbeek
De oude veldschuur en onze huidige boerderij, kwam in 1931 de tuinknecht Dorus van Laar te wonen. Hij was in dienst van de familie Kohlmann, die in de oude directeurswoning woonde. In 1946 kocht een zoon van de familie Kohlman dit perceel. Hij bouwde de paardenstallen om tot woonhuis en een deel van de hooiopslag tot stal. Boerderij ’Schoonderbeek’ werd in 1965 door Willem Kok gekocht, Zijn zoon Gerard nam in 1979 de boerderij over. In 1991 stapte Gerard Kok over van het toen gangbare boeren naar biologisch boeren, en in april 2007 naar een biologisch-dynamische bedrijfsvoering.
[bron: www.ekoe.nl/historie]

-----

De heer Wilbrink, directeur van het Hoogeland, heeft een brochure uitgegeven, getiteld: „Bedelarij, landlooperij en de rijkswerkinrichtingen". Na een beschouwing over de oorzaken der bedelarij en landlooperij en een critiek over de rijkswerkinrichtingen, ontwikkelt de schrijver zijn denkbeelden over het stichten van een arbeiderskolonie, uit verschillende paviljoens bestaande, in elk waaivan een huisvader met zijn gezin zoude geplaatst worden en 10 a 15 personen zouden worden opgenomen, die in het gezin meeleven, en in de kolonie overeenkomstig hun ambt of beroep werk moeten vinden, om later zoo mogelijk, in de groote maatschappij terug te keeren. [bron: Nieuwsblad van Friesland : Hepkema’s courant 12-02-1902]

------

"De aangekochte gronden zijn in tweeën opgesplitst, een deel voor de mr. J.P. Adolf Vereniging en een deel voor de kinderstichting De Glindhorst. We hebben nu inzicht hoe dat is gegaan. Dat inzicht hebben we verkregen uit een oud jaarverslag van de mr. J.P. Adolf vereniging en informatie uit de administratie van de Glindhorst in de beginjaren. De Schoonderbekerweg waar de Mr. J.P. Adolfstichting was gevestigd is voor veel oud bewoners van de Glindhorst en de Rudolphstichting c.q. het jeugddorp De Glind een erg bekende weg. De toegangspoort naar Achterveld en de vrijheid. "
[bron: Jaap Krediet en Rieke Visser, januari 2018]
Zie ook www.ouddorpsbewonersdeglind.nl/twee-mannen-zijn-we-die-ene-vergeten

"Uit de gegevens die ik via mijn moeder en andere bronnen gekregen heb, blijkt dat de bemoeienissen van Johannes Wilbrink met beide stichtingen duidelijk is geweest. Met de J.P.Adolf Stichting was dat via de Gravin van Limburg Stirum, omdat zij samen met Johannes en enkele andere oprichters van het Hoogeland, in 1912 in conflict raakten met de rest van het bestuur over de grondslag, waarop de stichting gerund moest worden en er dus uitstapten. De gravin richtte de Jan Pieter Adolf Stichting op ter ere van en ter nagedachtenis aan haar, enkele jaren eerder overleden, man. Die moest op charitatieve basis gegrondvest zijn (giften, schenkingen enz. van particulieren ) en niet op de commerciële basis zoals de meerderheid van het bestuur dat toen wilde! Johannes ging zich begin 1900 bemoeien met de opvang van wezen, zoals de 3 Houtsmuller wezen van kapitein Houtsmuller en zijn vrouw Agatha Mann. Zij waren kort na elkaar overleden 1899-1900. Hij was kapitein bij de KPM in Indië. De KPM was eigendom van Tegelberg, die getrouwd was met een van Hasselt. Zij was een nicht van de mevrouw van Hasselt die in het bestuur zat van het Burger Weeshuis in Amsterdam, waar de Houtsmuller wezen ondergebracht waren, en waar Johannes zuster,Toos Miedema, samen met haar man, begin 1900 de leiding over jongensafdeling hadden gekregen. In één van de brieven van Johannes maakt hij een opmerking, dat hij met Toos over een dringende zaak moet spreken. Kort daarna worden de Houtsmullers in Beekbergen ondergebracht. Johannes heeft zich daarna met dit soort zaken, naast de leiding over Het Hoogeland, verder bezig gehouden. In 1912 was dit een belangrijke grond voor de onenigheid in het bestuur, die tot de breuk heeft geleid. Aan de andere kant was het ook weer een reden voor de keuze van de Glind als nieuwe vestiging plaats van de J.P.Adolf Stichting."
[bron: kleinzoon Jan Joost de Boer, januari 2018]

Woonplaats:
Spoorstraat 11 Barneveld vanaf 22-09-1913 tot 21-02-1915 Villa Betsy
Hattem vanaf 1917 tot 16-07-1920 Villa Renée, het heette toen villa Renée, naar de dochter van het Joodse echtpaar Polak-Cohen die het als zomerhuis gebruikte. De heer Polak was in Zwolle advocaat en procureur. In de winter vertoefde men in een statig herenhuis in Zwolle. Na het overlijden van mr. Polak kwam de villa vrij en de familie Wilbrink nam hier zijn intrek. De naam bleef toen gehandhaafd. Na de familie Wilbrink werd de villa bewoond door het echtpaar Verstege-Gerth van WIjck, Indiëgangers die na het pensioen zich in Nederland vestigen. Toen werd de naam van de villa veranderd in Iepenhaghe. De villa bestaat nog steeds en ligt aan de rand van het landgoed Molecaten. Adres Elisalaan 1 Hattem
Zalk en Veecaten vanaf 16-07-1920
Zwolle vanaf 1925
Eemweg 2 Baarn vanaf 27-04-1928 Op dit adres was in 1927 administratiekantoor A. L. E. M. gevestigd. Dit kantoor deed in geldbeleggingen etc. op landbouwkundig terrein.

Beroep:
Directeur Vereeniging tot Christelijke Verpleging van Bedelaars en Landloopers vanaf 1894 tot 15-05-1912 Het Hoogeland Beekbergen
In De Glind werkzaam, samen met ds Roelof Jan Willem Rudolph: jeugddorp De Glind voor verwaarloosde kinderen, stichting Glindhorst (vanaf 1927 Rudolphstichting). vanaf 1912 tot 1915
Directeur protestantse Stichting Jan Pieter Adholf vanaf 1915 tot 1917 In Achterveld (De Glind). De Jan Pieter Adolfstichting is genoemd naar graaf J.P. Adolf van Limburg Stirum uit Oosterbeek (overleden in 1902); filantroop pur sang. De stichting is opgeheven in 1931, was toen financieel bankroet.
Eigenaar fabriek voor de productie van heidebriketten te Hattem vanaf 1917 tot 1921
Verzekeringsagent vanaf 1921 Voor de “Eendracht” die in overlijdensverzekeringen deed.


Noot: De leeftijd van getuigen is op het ogenblik van getuigenis, andere leeftijden zijn bij overlijden of op 01-01-2023.

Mogelijk zijn niet alle gegevens in verband met de Wet persoonsregistratie on-line te raadplegen.
Wilt u meer weten van personen waarvan het kenmerk
Privacy is, [dan kunt u mij daar om vragen].
Geeft u dan wel aan wat u met de gevraagde informatie wilt doen.