Notitie persoon:
ORA H’berg, inv.nr. 1839, f. 192v , dank aan T. van der Vorm] 22-2-1632: Comp. Pieter Lenertsz. wonende in Ommoord en transp. aan Cornelis Lenertsz. Kerckhoff zijn broeder ...

ORA H’berg, inv.nr. 1823, fol. 136. 21-03-1641
Comp Davit Gerritsz als last hebbende van Niesge Gerrits, weduwe van Cors Lenertsz en in de naam van deze weduwe, ter eenre en Pieter Corsz, Arien Corsz, Lenert Corsz en Gerrit Corsz, alle vier voor zichzelf, mitsgaders Pieter Leendertsz Kerkhoff gehuwd met Maritge Corsse en Lenert Pietersz Bosch gehuwd met Barber Corsse, kinderen en erfgenamen van de voornoemde Cors Lenertsz, ter andere zijde en hebben verkaveld

ORA H’berg, inv.nr. 1823, fol. 137. 21-03-1641
Comp Pieter Corsz, Arien Corsz, Lenert Corsz en Gerrit Corsz, alle vier voor zichzelf, mitsgaders Pieter Lenertsz Kerkhoff gehuwd met Maritge Corsse en Lenert Pietersz Bosch gehuwd met Barber Corsse, tezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Cors Lenertsz en hebben verkaveld.

Aktesoort borgstelling
Datum 10/03/1652
Archief ONA Rotterdam
Inventarisnummer 450
Aktenummer/Blz. 60/9
Notaris Leonard van Zijl
Pieter Leendertsz Kerckhoff wonende in Ommoord-Hillegersberg, stelt zich borg voor de verpachting van zijn zwager Jan Willems, herbergier, wonende aan Sootgesverlaat onder Zevenhuizen Schieland, ten profijte van Pieter Drijfan, pachter van de impost op bieren voor de huidige termijn. Hij belooft alles te betalen waarvoor zijn zwager wegens fraude is gearresteerd.
Harman Karels, borstelkoper, verklaart in te staan voor de tekortkomingen van de borgrechten die Pieter Leenderts Kerckhoff, volgens de akte voor notaris gesteld heeft voor zijn zwager Jan Willems ten profijte van Pieter Drijfan.

Aktesoort testament
Datum 23/01/1655
Archief ONA Rotterdam
Inventarisnummer 215
Aktenummer/Blz. 49/168
Notaris Jacob Duyfhuysen jr
Inggetge Pietersdr, vrouw van Abram Leendertsz Koevoet, wonend in Capelle aan Sgravenwech, benoemt haar man tot enig erfgenaam. Als zij zonder kinderen komt te overlijden vermaakt zij 100 gulden aan haar ouders Pieter Leendertsz Kerckhoff en zijn vrouw Maertge Corssendr, wonend te Hillegersberch, evenals verschillende lijfgoederen en kostbaarheden.

Aktesoort diverse akten
Datum 21/11/1659
Archief ONA Rotterdam
Inventarisnummer 459
Aktenummer/Blz. 239/427
Notaris Leonard van Zijl
Willem Pieterssen Zaen, Ariaentge Maertensdr, weduwe en boedelhoudster van Joost Pieterssen, in zijn leven schout te Capelle, Gerrit Cornelissen Stolck en Adriaen Pieterssen Bouff, allen wonende in het ambacht Capelle, maken bepalingen ten aanzien van het achter hun land langs varen door schepen van jonkheer ’t Kint van Roodenbeecq, luitenant-kolonel van paarden, gemachtigde van Catharina ’t Kint van Roodenbeecque, vrouwe van Capelle en Nieuwerkerk.
Er wordt wordt onder andere bepaald dat er gevaren mag worden tot in de brugsloot van Pieter Leendertse Kerckhoff.
Genoemd worden verder nog: Neeltgen Pieters Stolck, Roelant Cornelissen, en Pieter Cornelisen Schouten.

Aktesoort schuldbekentenis
Datum 20/05/1662
Archief ONA Rotterdam
Inventarisnummer 319
Aktenummer/Blz. 214/278
Notaris Gerrit van der Hout
Claes Francken Vuijck, wonend op de Wollefoppen te Hillegontsberch, bekent 500 gulden schuldig te zijn aan Leendert Pietersz Robbe, wonend te Craelingen. Pieter Leendertsz Kerckhoff, wonend te Omoorden, en Cornelis Jansz Vermeulen, wonend aan der Bregge, beide onder de
Ambachte van Hillegontsberch, stellen zich borg.

Kohieren slagturven Hillegersberg, Ommoorden

(1630, OAS, toeg.nr. 111, inv.nr. 2871-04, scan 53)
Pieter Lenertsz drie marge mits twee hont streckende vande Nieuwe Watering aff tot Gerrit Claes Vuick sijn lant toe ten oosten Willem Pieters Cleij ende ten westen Vranck Jansz.
Noch twee margen streckende van Willem Jan Ariensz lant aff tot Cornelis Lenertsz den Boer sijn lant toe ten oosten Cornelis Lenertsz Kerckhoff ende ten westen Cors Lenertsz.
Borge d selve lande

(1641, OAS, toeg.nr. 111, inv.nr. 2872-02, scan 60)
Pieter Leendertsz Kerckhoff vier margen streckende vande Ommoortsche Wech aff tot de Doorncade toe belent aende oostsijde Jan Dircksz van Nieuwerkerck ende aende westsijde de weduwe van Cors Lenertsz.
Pieter Lenertsz Kerckhoff noch twee margen streckende vande weduwe van Cors Lenertsz haer lant af tot Willem Jansz sijn lant toe belent aende oostsijde Cornelis Stolck ende aende westsijde de weduwe van Cors Leendertsz.
De selve noch ontrent vier margen streckende vande Nieuwe Watering af tot Gerrit Vuick sijn landt toe belendt aende oostsijde Willem Cleij ende aende westsijde Vranck Jansz.

(1650, OAS, toeg.nr. 111, inv.nr. 2873-05, scan 94)
Pieter Lenertsz twee margen streckende van de weduwe van Cors Lenertsz haer landt aff tot Jan Willemsz Uijttenbrouck sijn landt toe belent ten oosten de kinderen van Cornelis Pietersz Stolck ende ten westen de weduwe van Cors Lenertsz.
Noch drie margen streckende vande Nieuwe Watering aff tot Willem Pietersz Cleij sijn landt toe belent ten oosten de selve Willem Pietersz ende ten westen Maerten Dircksz t Hooft.
Borge t selve landt.

ORA H’berg, inv. nr. 1825, fol. 64v. 09-05-1675 Zijn gekomen Leendert Corsz Hoogerbregge, Gerrit Corsz Hoogerlinde, Cornelis Leendertsz Bos in de naam van Barbara Corsse, zijn moeder, Cornelis Pieterse Kerkhof, Leendert Pieterse de oude, Gerrit Pietersz, Claas Pietersz, Willem Maartensz Olshoorn gehuwd met Maartje Pieters, Neeltje Pieters de oude, Claas Vranck Vuijck gehuwd met Neeltje Pieters de jonge, Pleun Cornelisz van der Vliet gehuwd met Adriaantje Pieters, Arie Pieters Boesje gehuwd met Ingetje Pieters, voor zichzelf en als vervangende Leendert Pietersz Kerkhof de jonge en Annetje Pieters, kinderen van Maartje Corsse, tezamen erfgenamen van Arij Corsz, en hebben verkaveld.