(man) leeftijd: 39 jaar 10 dagen
![]() |
![]() |
Albertus Johannes Jacobus Seidel overlijdensadvertentie | Geertruida Catharina Wilhelmina Helsloot 1868 huwelijksakte 1899 |
Geboren: * op 13-01-1867 te Rotterdam |
|
Overleden: op 23-01-1906 te Velp Datum aangifte: op 25-01-1906 Bron aangifte: WieWasWie |
|
Vader: Lukas Seidel † |
X |
Moeder: Anna Frederika Hoen † |
Aantal partners: 1
Huwelijk met Geertruida Catharina Wilhelmina Helsloot * op 13-05-1868 te Amsterdam † op 18-01-1939 te Utrecht [] op 21-01-1939 te Utrecht RK St. Barbara (70 j) | |
Burgerlijk huwelijk op 20-04-1899 te Amsterdam bron: Stadsarchief Amsterdam |
Vader van Geertruida Catharina Wilhelmina Helsloot: Theodorus Helsloot * op 26-10-1834 te Amsterdam † op 10-02-1872 te Amsterdam |
X op 01-05-1861 te Amsterdam |
Moeder van Geertruida Catharina Wilhelmina Helsloot: Geertrui Been * op 06-10-1830 te Sloten (Noord-Holland) † op 03-07-1902 te Amsterdam |
Notitie persoon: SEIDEL (Albertus Johannes Jacobus), geb. te Rotterdam 13 Jan. 1867 (als zoon van den onderwijzer Lukas Seidel en Anna Frederika Hoen), overl. te Velp 23 Jan. 1906, letterkundige. Reeds op jeugdigen leeftijd hield hij zich bezig met letterkundigen arbeid. In 1885 schreef hij een tooneelstuk, Francesca’s Huwelijk geheeten, dat met succes door het Nederlandsch Tooneel werd opgevoerd. Hoewel een verdienstelijk werk, kan dit stuk niet in de schaduw staan van zijn latere tooneelwerken, als De Roekeloozen (1890), Koningin Leontine (omstr. 1892), enz. en zijn libretto’s (b.v. Het was een scherts ....). Zijn belangrijkste werk was ongetwijfeld Het Godsgericht, drama in drie bedrijven, geschreven tusschen 1894 en 1896. Slechts dit laatste stuk werd gedrukt en wel fraai geïllustreerd in Elsevier’s Maandschrift (Juni 1905). Het heeft alle eischen, die aan een goed drama te stellen zijn, pittige vloeiende verzen, een krachtige en zuivere karakterteekening, spannende intrigue en uitmuntende tooneelgeschiktheid; een opvoering beleefde het echter - evenmin als Seidel’s andere oorspronkelijke stukken, behalve het eerstgenoemde - nimmer. Talrijk zijn evenwel de door Seidel in opdracht van tooneeldirecties metrisch vertaalde of bewerkte stukken, die wèl werden opgevoerd. Seidel, die te Amsterdam woonachtig was, verrichtte aldaar velerlei journalistieken arbeid. Hij was geruimen tijd redacteur van De Echo. In dit dagblad en in De Amsterdammer schreef hij talrijke artikelen. Ook was hij redacteur van bladen van minder belang, als De Bakkerscou rant. Hoewel zijn inkomsten niet ruim vloeiden, leverde zijn journalistiek werk hem voldoende op om van te leven. Dit veranderde later, toen de tering, die zich sinds 1890 bij hem openbaarde, meer en meer veld won en hem geregeld bureauwerk onmogelijk maakte. Door een en ander werden de levensomstandigheden van Seidel, die weinig gewaardeerd werd en buiten den kring van zijn bekenden nauwelijks bekendheid genoot, langzamerhand zeer droevig. In 1902 was hij nog litterair adviseur van een amsterdamsch tooneelgezelschap onder directie van A.D. Loman Jr. en redacteur van het door dit gezelschap uitgegeven periodiek, genaamd Mededeelingen van het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel (23 nos., verschenen van 30 Aug. 1902-31 Jan. 1903 bij J.R.A. Schouten te Amsterdam). Dit blad bevat verschillende artikels en bijdragen van Seidel’s hand, o.a. een bewerking van Goethe’s Faust naar de vertaling van J.J.L. ten Kate. De Faust werd dan ook in deze bewerking door het lyrisch tooneel opgevoerd. Op het eind van zijn leven, toen hij reeds te Velp woonachtig was, voltooide hij in uiterst benarde omstandigheden Langs wegen van het toeval, roman van misdaad en passie (Amst. 1905, 2 dln., herdr. Amst. 1924), een vlot geschreven roman, waarvoor hij van den uitgever slechts ƒ 80 ontving; het is volstrekt geen realistisch werk, zooals de titel zou doen vermoeden. Van zijn verdere werken noemen wij nog: gedichten, verschenen in het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag, de Tribune, de Kunstwereld, b.v. Dona Juanita (onvoltooid), het Portretje, Wanhoop, Naïef en Niais; sonnetten, verschenen in het maandschrift Nederland; feuilletons in proza, verschenen in het Nieuws van den Dag (waarin ook verscheen Seidel’s eersteling Beatrijs). Seidel vervaardigde ook den zeldzaam mooien tekst voor A.D. Loman’s opera Violantha of de vrouw in het geel, voor Aladijn en andere libretti. Ook leverde hij een metrische vertaling van den Egmond van Goethe en vertaalde hij uit het Fransch van François Coppée, De Sandwich-man (Amst. 1890), uit het Duitsch van Heine, William Ratcliff enz. Op zijn sterfbed schreef hij nog eenige gevoelvolle gedichten, die door Moresco in zijn hieronder geciteerd artikel zijn bewaard gebleven. Seidel kantte zich in zijn gedichten tegen het streven der tachtigers. Ten slotte wordt hier nog vermeld, dat Seidel in het Weekblad van het Recht overzichten en artikelen schreef op juridisch gebied. Seidel was gehuwd met Geertruida Helsloot, die thans nog in leven is. Zie: M. Moresco, Een levensschets van een jong dichter in de Wereldkroniek 12e j., no. 46 (10 Febr. 1906), blz. 733, met portret; Brinkman’s Catalogus; berichten van tijdgenooten. |
Noot: De leeftijd van getuigen is op het ogenblik van getuigenis, andere leeftijden zijn bij overlijden of op 01-01-2023. |
Mogelijk zijn niet alle gegevens in verband met de Wet persoonsregistratie on-line te raadplegen.
Wilt u meer weten van personen waarvan het kenmerk Privacy
is, [dan kunt u mij daar om vragen].
Geeft u dan wel aan wat u met de gevraagde informatie wilt doen.