(vrouw) leeftijd: 58 jaar
Geboren: * omstreeks 1500 |
|
Overleden: na 1558 | |
Vader: IJsbrand Jansz Hollesloot * omstreeks 1460 † vóór 07-03-1540 |
X |
Moeder: Aeltje Buyck † |
Broers en zussen: 1 | |||||||||
Jan IJsbrandsz Hollesloot |
* omstreeks 1490 | † in 03-1555 | [] te Amsterdam Oude Kerk | broer | (65 j) |
Aantal partners: 1
Huwelijk met Jacob Claesz Bam * omstreeks 1500 † vóór 1547 (47 j) | |
Jacoba Bam ..... X in 1552 Gijsbertz Heereman |
* omstreeks 1525 | dochter |
Vader van Jacob Claesz Bam: Geen gegevens | Moeder van Jacob Claesz Bam: Geen gegevens |
Notitie persoon: Marie IJsbrantsdr. Holesloot (geb. Amsterdam ? – gest. Amsterdam, na 1558), wijnhandelaarster, in 1547 beschuldigd van toverij. Dochter van IJsbrant Jansz. Holesloot, lid van de Amsterdamse vroedschap, en Baerte Sybrantsdr. Buyck. Marie Holesloot trouwde met Jacob Claesz. Bam (gest. vóór 1547). Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren. Marie Holesloot behoorde tot de welvarende en invloedrijke katholieke elite van Amsterdam vóór de Alteratie (1578). Haar vader werd in 1513 lid van de vroedschap. Over haar echtgenoot is slechts bekend dat hij uit Naarden afkomstig was. Haar beide zoons waren lid van het stadsbestuur: Sybrant (gest. 1554) was schepen en Cornelis, bijgenaamd Brouwer (1512-1592), was diverse malen burgemeester. Haar dochter Lysbeth (geb. 1521) trouwde met Sybrant Occo (1514-1588), die ook diverse malen burgemeester was. In 1547 woonde Marie Holesloot in de Kalverstraat, in hetzelfde huis als haar dochter Jacoba Bam, die in 1566 door Amsterdamse weeskinderen van toverij zou worden beschuldigd. Marie Holesloot was wijnhandelaarster. Samen met haar broer Jan Holesloot (gest. 1555) en burgemeester Hendrick Dirckszn. handelde zij in ‘romenie’: zoete Franse en Spaanse wijnen. Dat de zaken zeer goed gingen blijkt uit een belastingkohier uit 1543, waarin het bedrijfskapitaal op zesduizend gulden werd vastgesteld. In 1547 werd Marie Holesloot ervan beschuldigd de brouwerij van Jan Pietersz. Brouwer (gest. 1573) betoverd te hebben. Jan Pietersz. was getrouwd met een nicht van Marie Holesloot en zijn brouwerij lag naast die van Cornelis, de zoon van Marie. Toen Jan Pietersz. er niet in slaagde goed bier te brouwen, vermoedde hij toverij en riep daarom de hulp in van de waarzegger Jacob Judoci de Rosa van Kortrijk. Deze wees Marie Holesloot aan als de verantwoordelijke toveres. Zij zou ook het huis van de ijzerhandelaar Willem Claesz. Coeck betoverd hebben. De Rosa dreigde hierop gearresteerd te worden wegens het beledigen van een vrouw van goede faam en vluchtte de stad uit. In mei 1548 werd Jacob de Rosa in Tiel gevangengenomen in verband met waarzeggerij. De zoons en schoonzoon van Marie Holesloot verzochten daarop de Geheime Raad te Brussel er op toe te zien dat De Rosa zijn straf niet zou ontlopen. Dit verzoek werd doorgestuurd naar het Hof van Gelre. Tijdens het proces tegen De Rosa in Arnhem werd ook de door de stad Amsterdam toegestuurde informatie gebruikt. Op 14 juli 1548 werd De Rosa veroordeeld tot geseling en verbanning. De beschuldiging tegen Marie Holesloot moest hij herroepen. Dankzij de inzet van haar invloedrijke familieleden en de medewerking van het stadsbestuur van Amsterdam kon Marie Holesloot haar naam gezuiverd zien. |
Noot: De leeftijd van getuigen is op het ogenblik van getuigenis, andere leeftijden zijn bij overlijden of op 01-01-2023. |
Mogelijk zijn niet alle gegevens in verband met de Wet persoonsregistratie on-line te raadplegen.
Wilt u meer weten van personen waarvan het kenmerk Privacy
is, [dan kunt u mij daar om vragen].
Geeft u dan wel aan wat u met de gevraagde informatie wilt doen.