Notitie persoon:
Utrechtsestraat 42, uithangteken ’In d’olifant’ van Chocolaterie Helleganger. Voordien was deze bevestigd aan de gevel van Koekebakker Helleganger in de Utrechtsestraat (82) bij de Kerkstraat.
Als symbool van de beroepsgroep van koekenbakkers werd veelal de olifant gebruikt.
In het standaardwerk ’De Uithangteekens’ van J. van Lennep en J. ter Gouw uit 1868 wordt een overzicht gegeven van de uithangtekens die kenmerkend zijn voor een bepaald beroep. ‘De Koekebakker had den Olifant. (…) Soms was het de Vergulde of de Zwarte Olifant, maar meest de Witte; dikwijls als d’Witte O-lyp-hant betiteld (…); -’t zij dat ze dat beest gekozen hadden, omdat het de grootste koeketer, ‘t zij omdat het de vertegenwoordiger van ‘t land der specerijen is.’
Deze olifant draagt op zijn rug een kleed met motieven van een oosters tapijt; ook dit kan dus verwijzen naar verre contreien in ‘het oosten‘.

Utrechtsestraat 82, metalen naamplaat: "C.C. Helleganger voorheen Preijer"

Vier generaties koekebakker Helleganger in de Utrechtsestraat:
Eind 19e eeuw waren er 2 bijna gelijkluidende bakkers Helleganger in Amsterdam: die van Carel Clement Helleganger (1827-1901) op de Utrechtsetraat hoek Kerkstraat (huidig nummer 82) onder de namen "In de Olifant", "In de oude Olifant" en "De Olifant" en die van zijn één na oudste zoon Johannes Jacobus Antonius (Jan) Helleganger (1856-1944) onder de naam "De Vergulde Olifant" op de Leidsestraat 89. Jan Helleganger verhuisde in 1908 naar Bussum en begon daar Magazijn "De Olifant": Koffie, thee, chocolade,etc. De oudste zoon van Carel Clement, Willem Christiaan Helleganger (1854-?) nam de zaak aan de Utrechtsetraat 82 in 1884 van zijn vader over. Diens zoon Willem Carel Hendrik Helleganger (1885-1949) nam de zaak voor 1910 over en verhuisde met de zaak in 1916 naar Utrechtestraat 42. Zijn zoon Petrus Willem Andries (Piet) Helleganger (1915-?) nam (na het overlijden van Willem Carel Hendrik in 1949?) vervolgens weer de zaak over, onder de naam "Chocolaterie P. Helleganger, In de oude Olifant". In 1983 verkocht Piet Helleganger de twee uithangborden van "In de Olifant" aan het Amsterdam Museum voor fl. 2.000,-. Hij was toen 68 en zal waarschijnlijk rond die tijd met zijn zaak gestopt zijn.

Carel Clement Helleganger nam op 4 mei 1850 de zaak over van F.J. Ootmar voorheen P. Preijer. Zie ook de metalen naamplaat.
Reeds in 1767 zat er al een koekebakker Wouter Riesebos op de "Utregtsestraat by de Kerkstraat". (bron: negen en twintigste jaarboek van het genootschap Amstelodamun 1932)
Gezien de datering van het uithangteken In d’olifant zou het best mogelijk zijn dat die al van Carel Clement Helleganger was.

Carel Clement werd vrijgesteld van militaire dienst wegens lichamelijk gebreken.

Carel Clement had fl. 8.000,- geleend aan zoon Henry. Dat is hetzelfde als € 100.000,- nu. Waarschijnlijk had een zelfde bedrag aan al zijn zoons (dochters ook?) geleend.
Helaas was het geld niet besteed aan zoon Anton. Hij liet een slagerij bouwen aan de Overtoom (eerste steen zit nog in de gevel), maar hij deed het financieel zo slecht dat hij daar weer weg moest. Uiteindelijk betrok Carel Clement zelf de bovenverdieping aan de Overtoom.

Carel Clement ondertekende het Volkspetitionnement 1878 om ruimte te houden voor het bijzondere, christelijke onderwijs.

NB in 1851 is ene Elisabeth Helsloot(!) diensbode bij Carel Clement van 1 mei tot 6 november. Zij zou op 27 mei 1831 geboren zijn te Nieuwer-Amstel. Gaat het echter niet om Elisabeth Helsloot geboren op 16 maart 1831?

Woonplaats:
Utrechtsestraat 43=844 (nu nummer 82) Amsterdam vanaf 01-05-1851 tot 27-10-1883 (bron: Stadsarchief Amsterdam)
Overtoom 29 (nu nummer 217) Amsterdam vanaf 04-09-1884 tot 09-09-1901 (bron: Stadsarchief Amsterdam)

Beroep:
Schoenmaker vanaf 1845 tot 21-04-1850 (bron: Stadsarchief Amsterdam)
Banket/koekbakker vanaf 21-04-1850 tot 27-10-1883 (bron: Stadsarchief Amsterdam)
Zonder beroep vanaf 04-09-1884 (bron: Stadsarchief Amsterdam)